Een trombone is een langwerpig koperen blaasinstrument met een grote bekerachtige bel aan het uiteinde. Het meest opvallende kenmerk van de trombone is de uitschuifbare schuif of buis, die de speler kan verlengen of inkorten om verschillende tonen te produceren. Dit in tegenstelling tot andere koperblaasinstrumenten, zoals trompetten, die ventielen gebruiken om de toonhoogte te variëren.

De geluidsvorming in een trombone gebeurt door lucht door het mondstuk te blazen, wat resulteert in trillingen van de lippen van de speler. Deze trillingen worden versterkt door de buis en bel, waardoor het kenmerkende rijke en schorre geluid van de trombone ontstaat. De trombone kan een breed scala aan tonen en dynamiek produceren, en het staat bekend om zijn expressieve en krachtige klank.

Trombones worden vaak gebruikt in verschillende muziekgenres, waaronder klassieke muziek, jazz, ensembles, brassbands en meer. Ze zijn een belangrijk onderdeel van koperblazerssecties in orkesten en harmonieorkesten en voegen diepte en textuur toe aan de muzikale composities. De mogelijkheid om glissando’s (glijdende overgangen tussen tonen) uit te voeren, is een uniek kenmerk van de trombone en draagt bij aan zijn diversiteit en veelzijdigheid in muzikale uitvoeringen.